Capaciteitstarief?


Sinds 2023 betalen we een bijdrage voor de extra energiepieken die we met de afname van elektriciteit genereren. Er is al veel over gezegd en geschreven, maar is het werkelijk allemaal kommer en kwel? We leggen het uit.

Waarom?


Het doel van nettarieven is: kosten van het elektriciteitsnet delen over alle gebruikers.

Voor elke aansluiting reserveert de netbeheerder een minimale capaciteit, dit komt overeen met het minimale capaciteitstarief van 2,5 kW. 

De kost die een netbeheerder heeft aan het elektriciteitsnet wordt ook grotendeels bepaald door het verbruiksvermogen (pieken) die het net moet kunnen doorstaan, niet zozeer door de hoeveelheid elektriciteit die er verbruikt wordt zoals waar de oude nettarieven van uitgingen.

De omschakeling van het klassieke nettarief, dat gebaseerd is op het aantal kWh (hoeveelheid elektriciteit) die men verbruikt, naar de piekbelasting die men op het net veroorzaakt, is dus eigenlijk een logische stap.


Situatie vroeger


Vroeger bestond er een dag/nachttarief (verdwijnt eind dit jaar). Dit dag/nachttarief werd ingevoerd om het elektriciteitsverbruik van gebruikers te sturen naar de nachtelijke periodes, het nachttarief was namelijk een stuk goedkoper dan het dagtarief. Deze sturing werd in het leven geroepen omdat onze elektriciteitsproductie voor een groot deel bestond uit productie die niet of moeilijk te sturen is naargelang de vraag naar elektriciteit (denk hierbij aan kerncentrales en de oude kolencentrales). En aangezien de algemene vraag naar elektriciteit ’s nachts lager ligt dan overdag en de elektriciteitsproductie toch zeer hoog blijft tijdens die nacht, was het dag/nachttarief een logische stap.


De toekomst


Echter de voorbije jaren is deze situatie geleidelijk aan veranderd en in de komende decennia zal deze situatie nog veel sterker veranderen en zal een steeds groter wordend deel van de elektriciteitsproductiecapaciteit gaan bestaan uit hernieuwbare energie (zon, onshore/offshore wind). Hierdoor bestaat de dag/nachtdiscrepantie niet meer en bijgevolg verdwijnt het dag/nachttarief.

Ondanks het verdwijnen van het dag/nachttarief, heeft de netbeheerder wel nog een tool nodig om het verbruik van gebruikers, in de mate van het mogelijke, te kunnen sturen. Zeker ook omdat we voor een periode staan waarin heel veel van onze energieverbruikers geëlektrificeerd zullen worden, denk daarbij aan elektrische wagens, warmtepompen voor verwarming van gebouwen, …


Als al dat nieuwe verbruik niet ‘gestuurd’ kan worden, dan zal ons elektriciteitsnet dat niet aankunnen, net zoals ons elektriciteitsnet de discrepantie tussen verbruik en productie vroeger niet zou aankunnen en men dat deels oploste door de financiële incentive van het dag/nachttarief. Om dat verbruik dus min of meer te kunnen sturen zoals men dat vroeger met het dag/nachttarief deed, heeft men bij de VREG het capaciteitstarief uitgedokterd.


Nu zou men kunnen zeggen, als ons energienet dat nieuwe grote piekverbruik niet aankan, waarom verzwaart men dat elektriciteitsnet dan niet?
Terechte vraag en die verzwaring gaat er de komende decennia deels ook komen. Men heeft onlangs overeengekomen dat er 6 miljard euro geïnvesteerd zal worden in versterking van de energienetten door Fluvius. Maar zelfs dan zal een spreiding van ons verbruik nodig blijven, het net zo sterk verzwaren dat alle grote verbruikers op hetzelfde moment voor alle consumenten kunnen draaien, zou zo een zware investering in het elektriciteitsnet vergen dat het elektriciteitsnet onbetaalbaar wordt. En die ‘onbetaalbare’ kost, zou dan ook gewoon in de energiefactuur terechtkomen, maar zal veel hoger zijn dan de kost van het capaciteitstarief dat eraan komt.


Het Capaciteitstarief


Voor we verder op dit capaciteitstarief ingaan, even toelichten hoe de elektriciteitsfactuur is opgebouwd. De elektriciteitsfactuur bestaat uit 3 belangrijke onderdelen: de energiekost, de nettarieven en heffingen. Hieronder de opdeling in kosten voor een doorsnee gezin voor de situatie van oktober 2022.


De nettarieven bedragen in de oude situatie ongeveer 13 %  van de energiefactuur. In dit geval worden die netkosten berekend op de hoeveelheid elektriciteit die een consument verbruikt heeft.

In de nieuwe situatie vanaf 1 januari 2023, zal die netkost gedeeltelijk vervangen worden door het capaciteitstarief. Voor datzelfde doorsnee gezin betekent dit ongeveer 6% klassieke netkosten en 7% capaciteitstarief, nog steeds ongeveer 13% van de totale elektriciteitsfactuur.


Het capaciteitstarief vervangt dus een deel van de oude nettarieven, het is geen extra heffing bovenop de bestaande nettarieven, zoals vaak gedacht wordt.

Het capaciteitstarief mag ook geen extra heffing bovenop de bestaande nettarieven zijn, aangezien de verschuiving van het klassieke nettarief naar het capaciteitstarief voor de netbeheerder financieel een nul-operatie moet zijn. Dit betekent niet dat dit voor elke consument een nul-operatie zal zijn.


Hoe wordt dit capaciteitstarief berekend?


Dit gebeurt op 2 manieren; namelijk voor wie een digitale meter heeft of voor wie een analoge meter heeft.


Digitale meter:

De gegevens van de digitale meter worden geregistreerd bij Fluvius. Fluvius kijkt elke maand naar de hoogst geregistreerde piek voor die maand. Over een periode van 12 maanden maakt Fluvius een gemiddelde van de geregistreerde maandpieken. Op basis van deze gemiddelde piek, wordt het capaciteitstarief berekend, maar met een minimumpiek van 2,5 kW.


Analoge meter:

De analoge meter kan geen pieken registreren, hiervoor rekent Fluvius met een vaste bijdrage die overeenkomt met een minimale maandpiek van 2,5 kW (net zoals het minimum bij de digitale meter);
De rest van het nettarief wordt berekend aan de hand van het verbruik (kWh). 


Wat betekent dit nu voor jou als consument?

Hiervoor hebben we via de website van de VREG, die een rekenmodule beschikbaar stelt, een viertal scenario’s uitgewerkt.

De basis van deze scenario’s gaat uit van een gezin met een verbruik van 8500 kWh, waarvan een kleine 5000 kWh voor de elektrische wagen die 25500 km/j rijdt en voor die km’s volledig thuis geladen wordt. De gereden km’s zijn in dit scenario verspreid over 50 km/werkdag en 120 km/dag in het weekend.


Scenario 1: basis scenario, laadpaal 7 kW

Scenario 2: basis scenario, laadpaal 11 kW

Scenario 3: basis scenario, laadpaal 7 kW, warmtepomp 3500 kWh extra elektriciteitsverbruik

Scenario 4: scenario 3, met zonnepanelen 4000 kWh opbrengst


Scenario 1

Voor dit basisscenario liggen de netkosten op 771 euro met de nieuwe regeling. Let ook, met de oude regeling was dit 1260 euro.

Hetzelfde scenario met digitale meter, zal indien men geen slimme aansturing voorziet van het laden van de elektrische wagen, voor een iets hoger nettarief gedeelte zorgen, namelijk 824 ipv 771 euro.

 Indien het laden gespreid wordt naar niet piekmomenten van de resterende verbruikers in huis, daalt de netkost naar 629 euro.

Door de laadpaal slim aan te sturen (bijvoorbeeld door het laadvermogen te verlagen naar 4kW, maar door langer te laten laden), daalt de netkost nog iets verder naar 626 euro.


Scenario 2

Voor scenario 2 komt de netkost met een analoge meter op hetzelfde uit als scenario 1, namelijk 771euro.

 Bij scenario 2 met digitale meter stijgt het netkost gedeelte naar 1169 euro als er niet gelet wordt op de spreiding van het elektriciteitsverbruik.

Met spreiding, daalt de netkost tot 975 euro en met een slim laadpunt naar 626 euro.


Scenario 3

In scenario 3 zit een warmtepompboiler van 2kW vermogen en een lucht/water warmtepomp voor verwarming van eveneens 2kW vermogen. Het totale jaarverbruik stijgt hier naar 12000kWh.

De netkost ligt in dit scenario met een analoge meter op 1031 euro.

Met een digitale meter en zonder spreiding van het verbruik, stijgt de netkost; net zoals in de vorige scenario’s, in dit geval naar 1400 euro.

Met spreiding van het verbruik, kan de netkost verlaagd worden naar 967 euro. En met slimme laadpaal naar 839 euro.


Scenario 4

Dit is het scenario 3 met 5 kWp zonnepanelen die 4000 kWh opbrengst hebben. De verhoudingen tussen analoge en digitale meter en digitale meter met spreiding/zonder spreiding/slim sturen zijn hier exact hetzelfde.


Conclusie


Gaat de netkost voor mij als consument stijgen door het capaciteitstarief?


Het antwoord is Ja en Neen tegelijkertijd. Mits overschakeling naar een digitale meter kan de netkost stijgen tov de analoge meter, maar dat is met een sterke incentive om de grote verbruikers (warmtepompen, elektrische wagen), op een gespreide en slimme manier te gebruiken en hierdoor die netkost te laten dalen.

Maar hoe zit dat dan in de praktijk? Als ik mijn netkosten zo laag mogelijk wil houden, kan ik best het laadvermogen van de laadpaal zo laag mogelijk houden? Kan ik dan nog wel voldoende laden om dagelijks te rijden?
Wel, laten we eens rekenen. In het scenario hierboven zijn we uitgegaan van 50 km/werkdag en 120 km/weekenddag.

Als we ’s avonds de wagen laten beginnen laden vanaf 22 u. en dit tot ’s ochtends 7 u. aan die 4 kW (4 kW * 9u = 36 kWh), kan er elke dag gemiddeld 180 à 190 km aan rijbereik geladen worden. Dit betekent dus dat doorheen de weekdagen, de batterij van de wagen elke dag terug tot vol opgeladen kan worden, want er wordt maar gemiddeld 50 km/dag gereden. En zelfs in de weekenden met 120 km/dag is dit in dit scenario geen enkel probleem.

Door op deze manier met het laden van de wagen om te gaan, kan je dus een aanzienlijk bedrag op de netkosten besparen.

Maar zelfs aan 7 kW laden (hetgeen dagelijks tot 320 km aan rijbereik geeft over dezelfde laadperiode), maar wel gespreid zodat dit laden zo min mogelijk samenvalt met andere grote verbruikers, zal de netkost tov analoge meter dalen.

En in alle gevallen tonen de simulaties dat de volledige netkost vanaf de invoering van het capaciteitstarief zal dalen tenopzichte van de netkost van de voorbije jaren. Dus zelfs als je netkost met een digitale meter ten opzichte van een analoge meter zou stijgen, zal die netkost dus nog steeds lager zijn dan de netkost in de netkostberekening van de voorbije jaren.


Bovenstaande is natuurlijk maar een theoretisch scenario en dit zal zeker niet voor iedereen met een elektrische wagen en/of warmtepomp gelden. Sommigen zullen veel meer rijden, anderen dan  weer veel minder. Sommigen zullen een veel grotere warmtevraag hebben, anderen een veel kleinere.


Maar de rode draad doorheen heel dit verhaal is dat je als consument met digitale meter en capaciteitstarief zelf tools in handen hebt om je verbruik (slim) te sturen en hierdoor je (net)kosten te doen dalen.


Wil je voor jezelf een scenario gebaseerd op jouw specifieke gegevens eens uitwerken, dat kan op de simulator van de VREG
https://simulatornieuwenettarieven.vreg.be

En verdere informatie hierover vind je in de links onderaan dit artikel.


Of neem contact met ons op, dan kunnen we je daarin desgewenst bijstaan.


Zo, hopelijk iets wijzer geworden in het hele capaciteitsverhaal

Gegroet

Ronny 


Links en verdere info: